Stop de slakken in de diepvriezer opdat zij vredig inslapen.
Laat ze een nacht staan in water met azijn en zout.

Was de slakken goed en laat ze een half uur zachtjes koken.
Peuter ze uit hun schelp en snij het donkergekleurde achterdeel eraf.

Vul een pan met een fles witte wijn, een limonadeglas water, wat herbes de provence en een ui met wat kruidnagels erin, een paar wortels en
z & p. Laat de slakken daarin zachtjes koken met de deksel op de pan.
Regelmatig omroeren, hou in de gaten dat ze niet te zacht worden.

Doe de slakken in een zeef en spoel ze af onder stromend water.

Maak een kommetje met een fijngeraspt sjalotje, twee uitgeperste tenen knof en wat fijngehakte peterselie.
Prak zachte boter met een vork en meng bovenstaand prutje er doorheen. Eventueel een drupje wijn erdoor of, ipv zout, wat fijngesneden ansjovis.

Doe in elk huisje een beetje van dit prutje, wurm de slak erin en plamuur zijn huisje achter hem dicht met een deurtje van het botermengsel.

Leg de slakken in een ovenvaste schaal en zet ze in het midden van de oven op 200 graden.
Laat ze gloeiend heet worden tot de boter begint te schuimen (minuutje of 8).

Eten met knapperig stokbrood, goede vrienden en een (meer mag ook) fles lekkere rode wijn.